5
lente
5. sil maakt schoon schoonmaken, grote schoonmaak, ramenlappen, ramen zemen, wassen, wasmachine, bezem, sop, schoon, vuil, vies, waterorgel, emmer, kraan, schoonmaker, spons, schuurspons, spatten, afspoelen, schuim, doekje, troebel, helder, afvoer, riool, wc, waterleiding, doortrekken, kletsnat, buis, waslijn, wasknijper, drogen, uitwringen, wasmand, knop, aanzetten, fels, druppel, siroop, mengen, gieten, stromen, wasbak, waterdicht, regenjas, wasmiddel, waarschuwen, gevaarlijk, zeem, stoffer-en-blik, poetsen, fris ruiken
1
5. Sil maakt schoon